De energietransitie heeft weliswaar een duidelijke doelstelling, voor veel burgers is het een onderwerp dat niet op zich staat. Dat vraagt om goede burgerparticipatie die het onderwerp breed aanvliegt met aandacht en tijd voor alles wat er leeft.
Column Daniël Vossebeld, september 2020
Energietransitie, zoek de juiste versnelling
De energietransitie is één van de grootste uitdagingen waar we op dit moment voor staan. Nederland in 2050 aardgasvrij hebben, duurzame energiebronnen realiseren en zorgen voor goed geïsoleerde huizen, vereist daadkracht. En inzicht! Vooral dat laatste element zien wij, als professionals in burgerparticipatie, als essentieel in dit proces. Want hoewel ook wat ons betreft de energietransitie niet snel genoeg kan gaan, voelen we ons steeds vaker genoodzaakt op de rem te gaan staan. Laat ik uitleggen waarom.
Op veel plekken in Nederland pakken gemeenten de energietransitie op als een solitair onderwerp. Ze presenteren tijdens informatieavonden diverse oplossingen en verwachten dat burgers dit oppakken. Zo lijkt er overzicht en is voor iedereen de doelstelling helder. Maar is dit een duurzame aanpak? Door de energiedoelstelling op deze manier over burgers heen te storten, is de kans op een tegengesteld proces groot. De meeste inwoners in Nederland zien vooral veel gedoe op zich afkomen, naast alle andere sores waar ze mee te maken hebben. Die nieuwe elektrische kookplaat, de warmtepomp of zonnepanelen zijn vooral obstakels; want wie gaat dat betalen? En dan hebben we het nog niet eens over de vraag of mensen weten in wat voor huis ze wonen en welke oplossingen energietechnisch hiervoor geschikt zijn.
Een correcte aanpak voor de energietransitie is echt het halve werk. Start op wijkniveau en vooral samen met bewoners, ondernemers en instellingen. In de meeste wijken spelen namelijk meer problemen dan de energietransitie. Wanneer we deze niet zien en erkennen, maakt de energietransitie weinig kans. Werk echt vanaf dag 1 samen en doorloop het hele traject. Heb oog en oor voor alle andere zaken waar bewoners tegenaan lopen. En natuurlijk is nooit 100% van de wijkbewoners actief in een traject, maar we kunnen wel zorgen dat dit
naar een maximumaantal gaat. En dat iedere wijkbewoner op de hoogte kan zijn van de gang van zaken.
Belangrijk is ook dat burgerparticipatie bestaat uit meer dan het organiseren van
bewonersavonden. Deze zijn slechts resultanten van het traject daarvoor. Daarbij zijn zoveel mogelijk bewoners, ondernemers en instellingen gehoord en zijn onderliggende kwesties opgepakt. De informatieavonden zijn daardoor conclusies en stellen de rest van de wijkbewoners in staat om het resultaat te zien van alles wat in gang is gezet. Dan kan ‘de wijk’ zo mogelijk akkoord geven op het plan. Op deze wijze ontstaat er samen een doel.
Laat vooral de wijk het tempo van het traject bepalen. Dat doet niet de overheid of de professional. Wijkbewoners zijn zelf prima in staat aan te geven hoe snel ze kunnen meedoen en actief worden. Raken bewoners achterop, door welke oorzaak dan ook -informatieachterstand, wantrouwen, geldgebrek, cultuurverschillen, etc.-, dan is dit absoluut de doodsteek voor de burgerparticipatie. Het gevolg is dat mensen bijvoorbeeld gaan
protesteren, tegenwerken of tegenacties organiseren. Van trajectuitvoering is dan al geen sprake meer.
De energietransitie is een meer-partijen vraagstuk en staat niet los van andere
maatschappelijke kwesties. Laten we er ook zo mee omgaan en samen werken aan die nieuwe energie!
Geen transitie zonder de burger!
Daniël Vossebeld
Expert burgerparticipatie Eurus